top of page

‘GRAFFITI GEEFT TENMINSTE NOG HET IDEE DAT DE PUBLIEKE RUIMTE VOOR IEDEREEN IS’

Mister Motley article about a conversation between me and Tom van Veen.

An Article on Mister Motley in September 2020.



Kunstenaar Tom van Veen in gesprek met graffitikenner Jasper van Es. 


Tijdens een werkperiode in Athene begaf ik me vaak op de Lykavittos, een berg met Byzantijnse en Griekse oudheden. Aan de achterkant van de berg stond het marmer vol met graffiti en op het vlakke asfalt achter deze historische plek waren de zwarte bandensporen niet meer weg te denken. De graffiti als hedendaagse fresco met de straat als natte kalkmuur. 


Tegenwoordig zien we de spuitbus steeds vaker terugkomen, zowel binnen het politieke als het publieke domein. Voorbeelden hiervan zijn de zeer uiteenlopende graffiti pieces rondom de Black Lives Matter protesten of de leuzen op de muur tussen Palestina en Israël. Tegelijkertijd zien we pieces van bekende graffitischrijvers terug in de tentoonstellingszaal. Zoals het werk van Jake en Mick La Rock in de tentoonstelling ‘Market’ afgelopen zomer bij W139. En het medium komt ook terug binnen de schilderkunst, zoals op de recente doeken van onder andere Gabrielė Adomaitytė, Maaike Schoorel en de pas afgestudeerde Luuk Willemen. Over deze nieuwe inkleuring van opstand en de betekenis van graffiti spreek ik Jasper van Es, co-founder van het creatief bureau PAPERJAM en organisator van tentoonstellingen, publieke interventies en installaties met betrekking tot graffiti en straatcultuur. Ik spreek met Jasper terwijl hij in Italië zit in een huis van zijn familie. Zuid-Europese steden staan bekend om levendige en aanwezige graffiti in het straatbeeld. In Athene vroeg ik na verloop van tijd de weg aan de hand van pieces, omdat verkeersborden ook meegenomen werden in het spoor van graffitischrijvers. Graffiti lijkt in het zuiden van Europa meer geaccepteerd en in het dagelijks leven te staan. De muur van Jaspers huisje is echter spierwit.

“Tegenwoordig zien we de spuitbus steeds vaker terugkomen, zowel binnen het politieke als het publieke domein.”

Tom van Veen: ‘Waarom staat er niks op?’Jasper van Es (lacht): “Dat is iets van vroeger. Als ik hier vroeger samen met mijn neefje ging painten, nam hij een briefje van school mee en dan was het daarmee oké. Nooit werden er vragen gesteld, terwijl je gewoon overdag graffiti aan het spuiten was in de stad. Ik vroeg me altijd af: ‘Hoe zit dat nou?’, maar mijn familie zei: ‘Italië heeft gewoon meer begrip voor wat kunst kan zijn.’ De muurschildering is natuurlijk al sinds de fresco’s uit de renaissance een begrip in Italië.”Foto van Jasper in Amsterdam tijdens corona, gemaakt door: Hans de Tweede

“Italië heeft gewoon meer begrip voor wat kunst kan zijn.”

TVV: ‘Kun je mij meer vertellen over de relatie tussen graffiti en activisme? Zit er in graffiti bijvoorbeeld altijd een boodschap?’JVE: “Er zijn twee dingen die rondom protesten gebeuren: Je hebt activisten die de spuitbus oppakken en je hebt spuitbusgebruikers die het activisme oppakken. Die combinatie zorgt voor zoveel spanning. Ik ben thuis in spuitbusgebruikers en ik denk dat de graffitigebruiker van nature alleen maar plekken kiest waarbij hij of zij weet dat de piece blijft staan. De graffiti op bijvoorbeeld de standbeelden afgelopen voorjaar zijn eerder van activisten die een spuitbus oppakken. Daarnaast heb je graffiti en street art. In street art zit veel vaker een boodschap dan in graffiti, terwijl het laatste ouder is. Toen de stencils en de stickers tevoorschijn kwamen, kwam er ook veel meer politieke inhoud op straat. Je merkt nu wel dat het verschuift, bijvoorbeeld in Berlijn met artiesten als 1UP met Berlin Kidz en PARADOX. PARADOX heeft tegenwoordig kleine boodschappen tussen zijn letters staan die allemaal links-idealistisch en vrijdenkend, maar ook kritisch richting de maatschappij zijn. Hij spreekt zich in die berichten bijvoorbeeld uit tegen het koopgedrag van de mens, politiegeweld of hiërarchie. ‘Stop the Bomb’ is een bekende graffiti piece uit 1979 van Lee Quiñones over de spanningen tussen Amerika en Rusland. Daar zitten kleine stukjes tekst in als ‘World War III’, ‘Man is almost extinct…’ en iconen als bliksem, twee handen en de bom zelf. Graffiti werkt altijd met een soort iconografie. Hoewel graffiti in het begin zeker een activistische kant had, werd het later echt een straatcultuur waarin het gaat over ‘Ik-ik-ik, hier ben ik!’, in plaats van dat je daar heel veel mee wilt zeggen. Politieke boodschappen worden vaak gebruikt om je eigen karakter status te geven. ACAB, All Cops Are Bastards, bijvoorbeeld, zegt iets over het imago van de graffitischrijver of over welk alias diegene wil scheppen. Graffiti is natuurlijk gewoon een soort ego-spel, daarom vind ik het wel een leuke ontwikkeling dat mensen, wie in dat ego-spel zitten, nu weer hun bereik gebruiken om iets te zeggen.”Stop the Bomb’, 1979, Lee QuiñonesPARADOX

“Je hebt activisten die de spuitbus oppakken en je hebt spuitbusgebruikers die het activisme oppakken”

TVV: “Zijn er specifieke groeperingen die zich nu activistisch uiten?”JVE:”Er zijn niet echt groeperingen, maar eerder aparte schrijvers zoals PARADOX of Berlin Kidz binnen 1UP die iets zeggen. Er moet iets gebeuren en dan laat iedereen zich horen. Dat zie je nu met de George Floyd gebeurtenis. Een graffitischrijver kent de straat en bij de huidige protesten ontstaat er dan ook ruimte voor collectieve boodschappen en ervaringen. Als graffitischrijver moet je je overal kunnen gedragen en je dus goed kunnen verplaatsen in een ander om jezelf een houding te geven op straat.” 

“Als graffitischrijver moet je je overal kunnen gedragen en je dus goed kunnen verplaatsen in een ander om jezelf een houding te geven op straat.”

TVV: “Je ziet dus eigenlijk dat graffiti mensen verbindt?”JVE: “Ja en dan zie je dat ze die stem ook gebruiken om een mening te delen. Als je kijkt waar graffiti vandaan komt, begrijp je beter waar de betrokkenheid is ontstaan. De stijl van graffiti zoals je die nu ziet komt grotendeels uit wijken in Philadelphia en New York. Dit waren multiculturele, vaak armere wijken. Graffiti is en was daar echt de stem van de jeugd.”

TVV: “Door de verschillende ‘codes’ en de eigen taal van de graffitiscene is een piece niet altijd begrijpelijk. Vind je het belangrijk dat iedereen graffiti zou kunnen vatten?”JVE: “De taal van graffiti is inderdaad een community ding. De regels staan niet vast, maar het is een heel sociaal spel, waarbij wederzijds respect heel belangrijk is. Tegelijkertijd probeer je ook elkaars grenzen te verkennen en daar af en toe ook overheen te stappen om te kijken wat dan de tegenreactie is.

Je komt er altijd achter dat een artiest helemaal niet zo stoer is als je denkt, maar binnen dat spel is hij of zij dat wel. Ik vergelijk het graag met breakdancers. Op de vloer moeten ze er gewoon staan, maar daarnaast zijn het hele amicale gasten.”

TVV: “Toch is de lijn heel dun tussen vriend en vijand binnen graffiti.”JVE: “Dat komt omdat het directe concurrentie is, alles wat je buiten zet, concurreert gelijk met de ander. Het is direct openbaar. In die zin is het anders dan beeldende kunst. Als jij iets schildert en het mislukt, kun je besluiten het in je atelier te houden en dan ziet niemand het. Om een voorbeeld te noemen, wij hebben als schrijvers uit Eindhoven een hele grote Black Lives Matter gezet in de stijl van Wildstyle. Een van de belangrijkste graffiti hip-hop films die de scene naar Europa heeft gebracht. Daar werd gelijk diezelfde avond verf overheen gegooid. Ik weet niet of dat een racistische actie is, maar het geeft wel een strijd weer. Wij hebben een statement gemaakt. Iemand anders heeft een ander statement en gooit er verf overheen. Dan is het 1-1.”BLM piece, Eindhoven, Fotograaf: Luuk Hoevenaars.

“Tegelijkertijd probeer je ook elkaars grenzen te verkennen en daar af en toe ook overheen te stappen om te kijken wat dan de tegenreactie is.”

TVV: “Graffiti heeft een enorme tijdelijkheid die veel groter is dan schilderijen in een museum. Wat zegt deze eigenschap over het medium?”JVE: “De tijdelijkheid van het medium hoort erbij. Ik weet dat onder andere Mick La Rock en Dave van den Berg een keer zijn benaderd door het Centrum voor Cultuur en Immaterieel Erfgoed om na te denken over het erfgoed van Nederland en wat te doen met graffiti. Na lang nadenken was uiteindelijk de conclusie: ‘Niks, want graffiti hoort vergankelijk of tijdelijk te zijn.’ Graffiti bevraagt de openbare ruimte. Daar zit een strijd in tegen de gevestigde orde.

“Graffiti bevraagt de openbare ruimte. Daar zit een strijd in tegen de gevestigde orde.”

TVV“Daarmee bevraagt het ook de invulling van de openbare ruimte en wie daarin keuzes maakt. In hoeverre vind je graffiti het beste gereedschap voor opstand?”JVE: “Het is van het volk voor het volk, vooral de illegale werken. In Eindhoven is er steeds meer legaal werk, dat geeft een tegenreactie. De jongvolwassenen zoals ik denken daarover na: ‘Als dit alleen maar in opdracht mag, wat gaat de jonge graffitischrijver dan doen en waar is zijn of haar plek?’ Als al die tunnels waar je eerst stiekem kon oefenen ingevuld worden, denkt zo iemand dat hij of zij alleen maar iets in de openbare ruimte mag doen als je gevraagd wordt. Dit staat naar mijn idee in contrast met de term ‘public space’. Als deze echt ‘public’ is, dan mag iedereen er in principe in doen wat hij of zij wil. Het is logisch dat dit in de realiteit niet zo werkt, maar graffiti geeft tenminste nog het idee dat de publieke ruimte voor iedereen is.

bottom of page